Spirulina is een voedingssupplement met een breed scala aan activiteiten. Het heeft een hoog gehalte aan gemakkelijk opneembare eiwitten, vitamines, mineralen en andere stoffen die nodig zijn voor het menselijk lichaam, waardoor het een geweldig voedingsmiddel is voor de 21e eeuw. Het is dankzij deze unieke voedingswaarde dat spirulina het dieet van astronauten op ruimteexpedities verrijkt.

Spirulina verscheen ongeveer 3,5 miljard jaar geleden voor het eerst op aarde, het is een van de oudste vormen van leven op aarde. Het leeft van nature in ondiepe vijvers en meren met een hoge pH en een hoog zoutgehalte in Afrika, Azië en Zuid-Amerika.

De biomassa van deze groenblauwe cyanobacteriën maakt lange tijd deel uit van het dieet van de Azteken en Afrikaanse stammen die rond het Tsjaadmeer leven. Voor moderne westerse mensen werd Spirulina ontdekt in 1940 en sinds het midden van de jaren zestig intensief bestudeerd door verschillende onderzoeken. Daarom kennen we de samenstelling, hoge voedingswaarde en voordelen voor de menselijke gezondheid zo goed.

Spirulina is zeer eiwitrijk - het eiwitgehalte in de droge stof is ongeveer 70%. Het is een bron van vitamines zoals bijv . A (de vitamine is voornamelijk aanwezig in de vorm van de voorloper β-caroteen 700-1700 mg/kg), B1, B2, B3, B6, B12, C, D, E, K , maar het is ook een bron van magnesium, kalium, fosfor, koper, chroom, mangaan, selenium, natrium en zink . IJzer uit spirulina verdient ook speciale aandacht. Het wordt twee keer zoveel geassimileerd als uit dierlijke producten. Dit komt door de porfyrinestructuur van het fycocyanine in de algencellen, dat in staat is om complexen te vormen met ijzer.

Bovendien zijn uitzonderlijke eigenschappen van spirulina gewaardeerd op het gebied van cosmetologie, maar ook in de biotechnologie, bijvoorbeeld bij de productie van voedingssupplementen.